Avram kijkt haar ernstig en dringend aan. 'Ik boot,' zegt hij. 'Zaterdag.' Uit zijn zak haalt hij een briefje. Eerst strijkt hij het zorgvuldig glad en dan geeft hij het haar. Al Lisa's andere gedachten verdwijnen terwijl ze het leest. Er staat maar één zin, in onbeholpen letters.'Zorg voor mijn zusje.'