Wat. -? Wat ligt daar aan de kant van die brede, bevroren weg? Vlak bij een kromme boom? 't Is iets donkers! 't Ligt half onder de sneeuw en beweegt.. Wat...?wat is dat? de hond, die rare hond, is er al heen gehold. Hij staat met beide voorpootjes boven op. En met zijn kopje schuin in de hoogte, jankt hij van blijheid: zie je nou wel opa! Hier hier is het! We waren zo alleen!Het is oudejaarsavond. Mama heeft oliebollen gebakken. Miep mag een mandje niet, oliebollen naar opa en oma brengen. Ze zal meerijden niet (ie bakker, tot aait de molen. Dan is liet nog maar een klein eindje. Maar liet paard van de bakker valt. De bakker rijdt niet tot aan de molen. Zal miep dan maar naar opa en oma lopen, door de weilanden' Die domme Miep! Ze verdwaalt in de sneeuw. Wie zal haat- vinden...