'Reeds als 12-jarige knaap had ik een droom. Zoals mijn leeftijdsgenootjes uit die dagen ervan droomden om piloot te worden of treinmachinist, zo wilde ik naar de politie. Mijn voorkeur ging toen al uit naar de Koninklijke Marechaussee, waarschijnlijk omdat dit Wapen het predikaat Koninklijk droeg. Mijn ambitie reikte, naar de maatstaven van deze tijd gerekend, niet zo hoog. In mijn droom zag ik mijzelf na veertig dienstjaren als een tevreden pijprokende gepensioneerde opperwachtmeester ergens in een huisje op het Brabantse platteland wonen. Vroeg in het voorjaar 1939 ging het eerste deel van mijn droom in vervulling. Na een opleiding van een half jaar op het depot in Apeldoorn werd ik geplaatst bij de brigade Roosendaal. Intussen brak, na grote politieke spanning tussen Duitsland en nagenoeg de rest van de wereld, op 1 september de oorlog uit. Ook al werd Nederland er op dat moment nog niet bij betrokken, het had toch gevolgen voor de diensten van de Koninklijke Marechaussee, vooral v
