Dit boek is gericht op de toerusting van voorgangers in de ruimste zin van het woord: president, lector, cantor, acoliet, musicus. In zeven hoofdstukken staat steeds een praktijk centraal: aanwezig zijn - bekleden - zingen - bidden - zeggen - geven en ontvangen -zegenen. Deze praktijk wordt benaderd met een korte uitleg, verhalen uit de vormingspraktijk, overwegingen en oefeningen.