Sinds de 17e eeuw maakt de wetenschap een grandioze ontplooiing door, waarvan we op talloze manieren de vruchten plukken. Het succes hangt samen met de keuze voor een strikt objectieve houding, waarin gevoelens geen rol mogen spelen. Dit staat haaks op religieuze belevingen en op geloofsvertrouwen, die voor veel mensen (binnen en buiten geloofsgemeenschappen) van grote betekenis zijn. Daarom neigt men er toe om wetenschap en religie scherp van elkaar te scheiden.Maar de wetenschap heeft het wereldbeeld ook drastisch veranderd, wat het geloven niet onberoerd kan laten. Daar zijn al veel algemene beschouwingen aan gewijd, die soms nogal abstract overkomen. Dit boek is daarentegen gericht op een achttal concrete raakpunten, geplaatst in het kader van een beknopt overzicht van de ontwikkeling van de natuurwetenschappen. Kernbegrippen zijn 'transcendentie', dat in de hedendaagse filosofie een 'comeback' beleeft; 'de ruimtetijd' als structuur van de kosmos; 'de Natuurwet', die achter de nu