In de jaren na zijn promotie (1972) werd de auteur zich steeds scherper bewust dat in de christelijke uitleg van het Nieuwe Testament nauwelijks aandacht is besteed aan de joodse wortels van de persoon van Jezus en van de boeken van het Nieuwe Testament zelf Mede door het lezen van de boeken van David Flusser ontdekte de auteur dat in de kerk de verhouding van Jezus tot God niet correct wordt geïnterpreteerd. In de joodse traditie zijn bepaalde aanwijzingen te vinden die ons kunnen helpen om tot een nieuwe, duidelijke verwoording te komen van de betekenis van de persoon van Jezus, Na een uiteenzetting over die joodse wortels worden deze in het Nieuwe Testament teruggevonden. Met name op het evangelie naar Johannes wordt een verrassend nieuwe visie gegeven. Tenslotte geeft de auteur een aanzet voor de consequenties van deze nieuwe visie. De auteur hoopt dat er een brede kerkelijke discussie over het, naar zijn overtuiging, centrum van de nieuwtestamentische verkondiging, op gang zal