Vijfenzestig jaar na de Bevrijding nuanceert het beeld van ' oorlogs-koningin' Wilhelmina zich. Zeker, ze hield vanuit Londen voor Radio Oranje manhaftige toespraken om haar volk in het bezette vaderland op de been te houden. Maar: in datzelfde Londen was zij voor haar oorlogspremier Gerbrandy een onhandelbare vrouw, die probeerde de parlementaire democratie terzijde te schuiven. Nà de Bevrijding nam Wilhelmina iedereen onbarmhartig de 'verzets-maat'. Maar tot kort voor de oorlog toonde zij zich weinig anti-nazi ge-zind. Zo zat ze naast Hitler op de eretribune bij de Olympische Win-terspelen in nazi-Duitsland in 1936. En omarmde zij het lid van de Hitler-partij Bernhard zur Lippe-Biesterfeld als schoonzoon voor haar dochter.Wilhelmina, een vorstin die de katholieken haatte, de socialisten niet zag staan en de liberalen wantrouwde. Zij achtte zich 'een protestantse vorstin van een protestantse natie'.Bert van Nieuwenhuizen, oud-redacteur Opinie van het Utrechts Nieuwsblad, beschouwt