WILHELMINA TRIESMAN (1901-1982), een Rotterdams ateliermeisje, verloor haar Nederlandse nationaliteit toen zij in 1920 met een Russische zeeman trouwde. Als communiste en 'politieke emigrante' vluchtte zij in 1925 met haar gezin naar de Sovjet-Unie. Onder zeer moeilijke omstandigheden slaagde zij erin om in Leningrad een nieuw leven op te bouwen. Vele vrienden en kennissen verdwenen spoorloos tijdens de stalinistische terreur in de jaren '30. De oorlogsperiode was voor haar een nog zwaardere beproeving. Toen zij na de oorlog wilde terugkeren naar Nederland raakte zij in een gevaarlijk conflict met de Sovjetautoriteiten verwikkeld. Zij mocht het land niet verlaten. Uiteindelijk maakte zij van de nood een deugd. Zij werkte zich op tot wetenschappelijk medewerkster van de Kunstkamera, waar zij de Indonesische collectie beheerde. Aan belangrijke gasten van dit beroemde museum werd zij voorgesteld als nasja Gollandka, 'onze Hollandse'. Als vertaalster en docente bracht zij het Nederlandse