Wim en Karel zijn eigenlijk nog te jong om echt mee te helpen in het verzet. Toch raken ze er zo langzamerhand meer bij betrokken. Het begint met een ondoordachte poging om brand te stichten bij een militair kamp. Ze zijn betrokken bij het verbergen van een joods gezin, bij het wegbrengen van illegale krantjes, maar ook helpen ze de verzetsploeg. Al moeten ze het "grotere werk" aan anderen overlaten, toch bewijzen ze bij het gevaarlijke sabotagewerk onschatbare diensten.