Het is 1947, het is winter en het is ijskoud. Thomas is tien, en zwerft vaak in zijn eentje door de stad. Zijn moeder is gestorven, zijn vader is een dromerige man die met moeite aan de kost komt. Thomas raakt bevriend met Zwaan, een stille jongen die net zo oud is als hij. Zwaan heeft een streng nichtje van dertien jaar. Thomas wordt prompt verliefd op haar. Bij Zwaan thuis leert hij de besloten wereld kennen van mensen die door de oorlog zijn getroffen. Winterijs is bekroond met de Gouden Griffel, de Nienke van Hichtumprijs en de Woutertje Pieterse Prijs. ‘Schokkend is de onwetendheid van Nederlandse kinderen, vlak na de oorlog, over wat er met de joden gebeurd is. En razend knap is het van de auteur om die vergeten tijd van zwijgen en verbijten met zoveel lichtvoetigheid en fijne humor op te roepen in een onvergetelijke jeugdroman.’ Juryrapport Woutertje Pieterse Prijs 2002