De ijzig koude winter van 1947. De tienjarige Thomas zwerft vaak in zijn eentje door de stad. Zijn moeder is gestorven en zijn vader is een dromerige man die met moeite aan de kost komt. Thomas raakt bevriend met Zwaan, een stille jongen die net zo oud is als hij en een streng nichtje heeft van 13 jaar. Prompt wordt Thomas verliefd op haar. Langzaam maar zeker dringen de gruwelen van de oorlog tot hem door.