Met de Rozenoorlog vers in het geheugen staat Engeland rond 1520 op het randje van de anarcie. Als de koning komt te overlijden zonder manneleijke troonopvolger, zou dat opnieuw burgeroorlog betekenen. Henry VIII wil daarom zijn huwelijk met Katherine van Aragon ongeldig laten verklaren en met Anne Boleyn trouwen. De paus en het grootste deel van Europa zijn ertegen. Uiteindelijk betekent deze kwestie zelfs de ondergang van Henry's adviseur, kardinaal Wolsey. Er ontstaat een machtsvacuü en een impasse. Zoon van een brute smid, politieke genie, omkomper, mannetjesputter en charmeur: het is Thomas Cromwell die in deze impasse stapt. In zijn niet te stuiten opmars naar de macht heeft hij al heel wat regels van een rigide klassenmaatschappij gebroken, en als het moet breekt hij er nog wat meer. Cromwell staat op uit de puinhopen van persoonlijke rampspoed - het verlies van zijn jonge gezien en van Wolsey, zijn geliefde baas - en behendig vindt hij zijn weg naar en door het koninklijke