Koyoro groeit op in een klein dorpje in het binnenland van Ghana. Hij gaat er naar school en hoedt er geiten. Zijn vader wordt echter steeds zieker en kan niet meer werken. De klusjes die zijn oudere broer Imano af en toe doet, brengen te weinig op om het gezin in leven te houden. Dus gaat Koyoro helpen in het batikatelier van zijn oom terwijl hij, net als de meeste Ghanese jongens van dertien, ervan droomt om ooit bij de Black Stars, het nationale voetbalelftal, te spelen. Koyoro voetbalt niet onaardig en wordt opgemerkt door een spelersmakelaar. Die wil hem graag opleiden in zijn voetbalacademie in Accra om hem later te verkopen aan een grote Europese club. Koyoro's geluk kan niet op, en ook zijn vader en broer zijn dolblij. Ze verkopen hun hele hebben en houden en verhuizen met het gezin naar de hoofdstad. Van dan af draait voor de schuchtere Koyoro alles rond voetbal, tot hij op een dag Musa ontmoet en smoorverliefd op haar wordt. ‘Kiezen is verliezen', zei zijn oma altijd.