Over het fenomeen van de geest in kunst en wetenschapJung is altijd gefascineerd geweest door de grote geesten van zijn tijd op het gebied van kunst en wetenschap. Wat bewoog hen? Hoe viel te verklaren dat deze mensen zoveel creativiteit aan de dag legden? In dit boek doet hij een poging om de persoonlijkheid van een aantal van hen te analyseren. Dat levert enkele zeer interessante opstellen op, waaruit blijkt dat Jung zich op veel gebieden van kunst en wetenschap thuis voelt. Geneeskunde, westerse of oosterse filosofie, beeldende kunst en literatuur: hij probeert deze gebieden een plaats te geven in zijn globale psychologische visie op de cultuur. Het centrale thema van dit boek is de creativiteit van de mens. Deze creativiteit ontspringt volgens Jung uit de samenvloeiing van bewustzijn en onbewuste, en komt op de meest diverse terreinen tot uiting. Hij bespreekt onder andere Paracelsus, Friedrich Nietzsche, Sigmund Freud, Richard Wilhelm, James Joyce en Pablo Picasso.