'Iedereen behoort nu al wel zooveel van paddestoelen te weten, dat hij er niet bang voor hoeft te zijn. Integendeel, wij moeten ze om velerlei redenen bewonderen en liefhebben. En wie zich het genoegen wil gunnen, eenige soorten van paddestoelen te eten, die kan met weinig moeite en veel plezier een dozijn of zoo leeren onderscheiden, die lekker en voedzaam zijn.'Dat schreef Jac. P. Thijsse in 1929, maar de ervaring leert dat veel Nederlanders nog steeds bang zijn voor wilde paddestoelen, en dat men ze daarom maar het liefst omverschopt of kapottrapt. In Italie en Frankrijk is dat wel anders. Daar barst elk jaar opnieuw een ware territoriumstrijd los, waarbij soms gewonden (mensen) of doden (truffelhonden) vallen.In ons land hebben kenner en liefhebber nog tamelijk het rijk alleen: zij kunnen nog steeds hun hart ophalen. Voor de wat minder avontuurlijk aangelegde mensen is er de laatste tijd een steeds groter aanbod van gekweekte en geimporteerde soorten verkrijgbaar in de winkel of
