In deze bundel wordt een hoofdlijn van de uitleg van het Lied der liederen getekend, volgens de exegese van de Kerkvaders, aan de hand van de thema's Doop, Avondmaal en huwelijk. Het eerste hoofdstuk is een samenvatting van de verklaring die dr. H.F. Kohlbrugge - in navolging van de Vroege Kerk - over het Hooglied heeft gegeven.De bruid zegt: 'Ik ben zwart, doch liefelijk.' Daarmee geeft zij haar afkomst te kennen, haar geboorte. In zichzelf is de bruid goddeloos, maar in de ogen van de Bruidegom is zij 'schoon, dat is rechtvaardig en heilig voor Hem'. Zo legt de gemeente des Heeren de goede belijdenis af. In zichzelf is zij verwerpelijk. Tegelijkertijd is zij 'in de heerlijkheid van haren Koning Hem lief en aangenaam'. De duivel maakt de bruid zwart voor de rechterstoel van Christus, maar de Gemeente grijpt naar het 'nochtans' van het geloof en ervaart de genezende kracht van de Naam van Jezus (naar H.F. Kohlbrugge).De auteur, dr. M. Verduin, is Nederlands Hervormd predikant te Zeist