Het verhaal van de ruim drieduizend Afrikanen die in de negentiende eeuw zijn geworven voor het Nederlands-Indisch leger heeft voor het eerst ruimere bekendheid gekregen door de historische roman De Zwarte met het Witte Hart van Arthur Japin. Twee Ashanti prinsjes kwamen naar Nederland als onderpand bij een verdrag tussen koning Willem I en de koning van Ashanti over de levering van soldaten. In Nederlands-Indië namen deze soldaten deel aan tientallen expedities, waaronder de Atjeh oorlog. Met hun Indonesische vrouwen stichtten ze kleine maar levendige Indo-Afrikaanse gemeenschappen op Java. Hun afstammelingen wonen in Nederland, Ghana, Indonesië en elders op de wereld. Over de lotgevallen van de Afrikaanse soldaten en hun nakomelingen gaat Zwarte Hollanders.