Al is het een oud grapje dat Zwitserland de mensheid nooit meer geschonken heeft dan de koekoeksklok, de toerist van de 21ste eeuw weet wel beter. Er zijn weinig landen die zoveel natuurschoon combineren met zo=n diverse cultuur. De Alpen, de Jura, en de Zwitserse Hoogvlakte zijn zeer uiteenlopende gebieden met imposante gletsjers en bergpassen in de hoge regionen en uitgestrekte meren en bossen in het lagere gedeelte. Skiën, klettern, wandelen, fietsen, surfen, alles is mogelijk. Het kan in het noorden regenen, terwijl in Ticino ten zuiden van de Alpen een mediterrane zon schijnt. Het land bestaat uit een mozaïek van kantons die allemaal hun eigen taal, geschiedenis en volksaard hebben. Eeuwenoude steden en afgelegen dorpen bewaren de erfenis uit een rijk verleden, waarin Karel de Grote en Napoleon Bonaparte hun rol speelden. Al die historische en culturele achtergronden worden in de eerste vier hoofdstukken van dit boek behandeld. Daarna volgen beschrijvingen van alle belangrijke
