In 1795 werd de uit Makkum afkomstige zeeman Mewes Jans aan Kaap de Goede Hoop geïnterneerd. Aan de Kaap bekeerde hij zich tot het christelijke geloof en begon hij het geloof te prediken onder de inheemse bevolking. Van 1807 tot 1811 hield hij een dagboek bij, dat inzicht in zijn persoonlijk leven geeft en een beeld van het zendingswerk onder de slavenbevolking.