Dit tweehonderdste deel van Privé-domein is een uniek soort autobiografie: een uit interviews gecomponeerd zelfportret in de vorm van een woordenboek. De buitenkant geeft van A tot Z (of liever gezegd, van de Achterhoek tot het Zuiden) een toegankelijk overzicht van Komrijs veelzijdige interesses: lelijkheid, liefde en luiheid; poëzie, polemiek en politiek; recensent, religie en Reve; volwassenheid, vriendschap en vrouwen.De buitenkant is, hoewel door buitenstaanders genotuleerd, een hoogstpersoonlijk 'abecedarium' en biedt, aangenaam leesbaar en aangenaam hanteerbaar, een soort landkaart van Komrijs territorium: over wie heeft hij ook alweer wat gezegd? wat had hij te beweren over dat-en-dat?Dit virtuoze Komrij-compendium is een biotoop in de vorm van een naslagwerk, een mythologie weerspiegeld in de facetten van gebroken glas, een twintigste-eeuwse Ideeënbundel. 'Ik ben een soort opblaasbaar opgerold piepertje. De mensen zien alleen de buitenkant. Het mooiste komt nog.' - Gerrit