In de sport draait alles om prestaties. Wie die niet levert, wordt onverbiddelijk verbannen naar de reservebank; wie daar te lang blijft zitten, degradeert naar de anonimiteit. Maar wat gebeurt er met een voetballer die door het noodlot definitief van zijn voetstuk wordt getrokken? Tragedies in de sport zijn er in overvloed. Rob de Wit leeft sinds zijn hersenbloeding noodgedwongen van een uitkering. Willy Dullens, van wie werd gezegd dat hij beter was dan Johan Cruijff, stond 22 jaar in een kapperszaak nadat een knieblessure vroegtijdig een eind aan zijn carrière maakte. Marcel Peeper debuteerde in het Nederlands elftal en brak prompt zijn been, om de top nooit meer te halen. Er zijn voetballers die een kind verloren, voetballers die verongelukten, en voetballers die gewoon alles tegen leek te zitten. In twaalf verhalen kijken lotgenoten en nabestaanden terug op de dag dat hun leven ingrijpend veranderde en de bal opeens totaal onbelangrijk was geworden.
