Winter 1436. Tristan vergezelt de priester Eustache Blanchet, kapelaan van Gilles de Rais, die het fenomeen van de heksen en hun toverkunsten onderzoekt. Het duo wordt vergezeld door een acrobaat-berenleider die het land goed kent en voorgesteld heeft om hen te gidsen. In een boerderij in Sion leren ze Anthonia kennen, de dochter van een man die veroordeeld werd voor toverkunst en die bovendien ervan verdacht wordt deel uit te maken van een genootschap van duivelaanbidders. Ulric de Torrenté, een inquisiteur, is onderweg om deze duistere zaak op te helderen. Ten overstaan van zijn openbaringen twijfelt Blanchet niet aan de krachten van de heksen, maar Tristan vermoedt dat er iets heel anders achter zit...