Vladimir ligt in bed. De maan schijnt door de gordijnen. Plotseling ritselt er iets in de kamer. Vladimir gaat vlug rechtop zitten. 'Wat ritselt daar?' zegt hij. Het is stil. Heel even. Dan ritselt er weer iets in het donker. Muisstil kruipt Vladimir uit bed. Het behang is een beetje los. Vladimir kijkt. Dat kan toch niet?! Daar staat een mannetje. Hij is niet groter dan een colaflesje. Het mannetje lacht, buigt en neemt zijn hoed af. 'Hallo Vladimir. Ik ben Onzin.'